Headerafbeelding

Sint Jorisdag

Sint Joris is beter bekend als de beschermheilige van Scouting, daarom is Sint Joris binnen Scouting een internationale feestdag. Ieder jaar weer, op 23 april, wordt Sint-Jorisdag gevierd. Tijdens de installatie legt iedere Scout de belofte af. Sint-Jorisdag is het moment om jaarlijks deze belofte te hernieuwen. Om weer eens te herhalen wat men bij de installatie belooft heeft. Vaak gebeurt dat tijdens een kampvuur. Sint-Jorisdag is het moment om jaarlijks deze belofte te hernieuwen. Om weer eens te herhalen wat men bij de installatie belooft heeft. Vaak gebeurt dat tijdens een kampvuur.

Het verhaal van Sint Joris

Het was lang geleden, in een land ver weg, in een gebied dat in Klein-Azië (het huidige Turkije) ligt. Dit Oud-Griekse land, het Koninkrijk Cappadocië, was een tevreden land, het was er vrede, er was altijd mooi weer en iedereen die er woonde was gelukkig. Tenminste zo leek het voor mensen die door dit land reisden. Maar dit land had een groot geheim, elk jaar tegen het begin van de lente was er een grootte dreiging voor dit land. Alle vrede en al het plezier werd bedreigt door een draak.

Hij leefde in de moerassen en bewaakte de enige bron van de stad. Het land had haar sterkste mannen op de draak af gestuurd om deze te doden maar geen van hen was er in geslaagd. Het gruwelijke monster intussen, vreet alles op wat zijn op zijn weg komt. Dat is niet veel, want men heeft ook de dieren binnen de stadsmuren in veiligheid gebracht. Na enkele dagen verschijnt het monster voor de stadspoort. Een verstikkende zwavellucht verpest de atmosfeer. Alle inwoners sidderen en beven. Om het directe gevaar te keren besluit men twee schapen aan touwen over de stadsmuur neer te laten. Het monster verslindt de dieren met huid en haar en verdwijnt weer naar het meer. Iedereen haalt opgelucht adem.

Men vergadert en besluit om elke dag twee schapen naar de omgeving van het meer te brengen om het gedrocht op afstand te houden. Het werkt, maar de spanning in de stad wordt er niet minder om. Er worden plannen gesmeed om het ondier te doden, maar uiteindelijk waagt niemand het om de strijd tegen het dier op te nemen. De kudde schapen slinkt zienderogen. Er werd een vergadering bijeen geroepen van de meest wijze mannen van het hele land. Die bedachten dat men de draak mensenoffers moet brengen en het lot moet bepalen wie ten dode wordt opgeschreven.

Elk jaar waren de bewoners bang; welk meisje zou het lot dit keer aanwijzen? Ook nu kwam de draak weer te voorschijn en eiste een mooi, jong meisje. De mensen waren blij dat ze weer een jaar van de draak af zouden zijn, maar ze waren ook bang voor de dochters en nichtjes. Welk meisje zou het lot dit keer aanwijzen? Op een vol plein bij het kasteel trok de koning het lot. Hij schrok zich een hoedje, want op het lot stond de naam van zijn dochter, de prinses. Wat nu? Hij kon niet snel een nieuw lot pakken, want iedereen was aan het kijken. Hij moest zijn dochter wel cadeau doen aan de draak. Wat vreselijk! Hoe moest hij dat aan de koningin vertellen? Zijn vrouw wou er niets van weten en vroeg de koning om een oplossing te bedenken. Al ijsberend door het kasteel bedacht hij iets.

"Ik zal alle ridders de uitdaging geven de draak te doden en als beloning mag de ridder die de draak doodt met onze dochter trouwen." Zo gezegd, zo gedaan. Een boodschapper ging de stad door op zoek naar dappere ridders, die de draak wel wilden doden. Maar niemand durfde.

Er was één man in de stad die de draak wel durfde doden, maar hij was maar een gewone schildknaap en geen ridder. Die man heette Joris. Joris meldde zich toch maar bij de heraut. "Ik wil die draak wel doden!" zei Joris. De heraut ging terug naar de koning en vertelde hem wat Joris had gezegd. De koning vond het goed en al snel ging het in de hele stad rond, dat Joris zijn leven ging wagen voor de dochter van de koning en al die mooie jonge meisjes, die de draak de jaren erna nog zou opeisen. Joris had echter een probleem: omdat hij geen ridder was, had hij helemaal geen ridderuitrusting. Hij had geen zwaard, geen schild, zelfs geen paard. De koning leende hem zijn spullen uit en gaf hem raad. Onder applaus van de mensen uit de stad ging hij op zoek naar de draak.

Joris dwaalde op het paard van de koning rond op zoek naar de draak. Opeens stopte het paard met lopen en Joris zat ineens stokstijf stil. In de verte hoorde Joris de draak brullen en grommen. Joris was een stoere held, maar werd nu toch wel bang, toch dacht hij er niet over om nu terug te keren naar de koning en te melden dat hij niet durfde. Nee, dat zou te gemakkelijk zijn. Joris gaf zijn paard de sporen en het galoppeerde in de richting waar het geluid vandaan kwam. Plotseling stopte het paard. Joris keek tegen het grote, lompe lichaam van de draak aan. De draak spuwde vuur en probeerde Joris van zijn paard te stootten. Joris pakte zijn zwaard stevig in de hand en zwaaide er driftig mee rond. Een hevige strijd begon. Zowel Joris als de draak leverden een zware strijd. Joris liep verwondingen op, maar vocht dapper door, daardoor raakte de draak op een gegeven moment ook gewond. Joris vocht voor zijn eigen leven en voor dat van het paard van de koning.

Na een paar uur strijd bracht Joris de draak de genadeklap toe en de draak viel kreunend en steunend dood neer. Joris had gewonnen. De koning had als eis gesteld dat Joris één van de hoofden van de draak zou meenemen als bewijs dat de draak echt dood was. Joris' zwaard hakte het hoofd van de draak in een slag af en hij nam het mee naar de koning. Toen de mensen in de stad Joris aan zagen komen, ging een luid gejuich op. "Lang leve Joris!" riepen de mensen. De koning kwam zijn paleis uitrennen, gevolgd door de koningin en de prinses. Joris gaf het hoofd van de draak aan de koning. "Gefeliciteerd," zei de koning, "jij bent een echte held! Nu mag je met mijn dochter trouwen en ben je voortaan een echte ridder."

De koning sloeg Joris tot ridder en vanaf toen heette Joris Sint Joris. Hij trouwde niet met de dochter van de koning, want hij was teveel gehecht aan zijn vrijheid. Maar hij leefde nog wel heel lang en gelukkig!

De rode tulp op Sint-Jorisdag is een typisch Nederlandse traditie. De tulp is het symbool van de druppels bloed die St. Joris na zijn gevecht met de draak verloor. Volgens de legende ontsproten op de plaatsen waar zijn bloed op de grond drupte rode rozen, die door de schaarste in april en de hoge kosten in Nederland vervangen zijn door rode tulpen. Dat het om rode bloemen gaat, staat in ieder geval vast. Rood is de kleur die onlosmakelijk met Sint Joris is verbonden. Sint Joris wordt altijd afgebeeld in een wit kleed met een rood kruis en ook op zijn schild staat een rood kruis.De tulp is daarmee het symbool voor de overwinning van het “goede” en het “kwade”. Door de tulp in het kampvuur te gooien, na de hernieuwing van de belofte, hopen scouts alleen maar het “goede” tegen te komen.