Speltak en leidingteam
Elke speltak heeft een optimale grootte. Minder kinderen maakt het lastig om een goed programma te draaien en als er een paar kinderen een keertje niet zijn heeft dat grote gevolgen. Ook is een bosspel met 8 kinderen minder leuk dan met 30.
De richtlijn voor de groepsgrootte is 24 welpen met 4 leidinggevenden. Meer mag ook, maar dat is niet aan te raden. Het advies is om niet verder te gaan dan 30 welpen. Dit in verband met het organiseren van activiteiten, het contact met de welpen en het overzicht bewaren. Daarnaast is bij Scouting het groepsproces ook erg belangrijk, een plekje vinden in een groep van 40 welpen is moeilijker voor een kind dan in een groep van 20 welpen.
Als je een welpenhorde wilt gaan opzetten, zou je om te beginnen moeten denken aan:
Gemengd of ongemengd
Opkomsttijden
Ruimte (Scoutinggebouw)
Voldoende welpen (minimaal 12 en maximaal 30 voor 1 horde)
Voldoende gekwalificeerde leiding
Bekendheid met het spelprogramma en thema
Contacten met ouders
Kampen/weekenden
Scoutfit
Kennis van eerste hulp
Dat zijn de echte eerste aandachtspunten voor het opzetten van een nieuwe horde. Daarbij moet je altijd denken aan waarom je een horde wilt starten, wat je wilt bereiken en zeker ook hoe je dat wilt bereiken. Dit zou meer dan alleen 'een welpenhorde is er nog niet binnen onze Scoutinggroep' inhouden, er is motivatie nodig om een horde te starten. Daarnaast heb je een leidingteam nodig dat volledige steun heeft achter alle plannen en dat zich volledig wil inzetten voor ledenwerving, maar zeker ook ledenbehoud.
Waterwelpen
Welpen van een watergroep heten waterwelpen. Waterwelpen zijn vaak op het water te vinden in kano’s en allerlei soorten boten. De waterwelpen bereiden zich ook voor om waterscout te worden.
Het verhaal van de jungle is heel geschikt voor waterscouting. Het is op verschillende manieren ook aantrekkelijk gemaakt voor waterscouts. Alle plaatsen in de jungle zijn bereikbaar via het water. In de jungle wonen verschillende waterdieren die je kunt gebruiken als uitgangspunt voor de wateractiviteiten. Jacala, Malchi, Dahinda en Marala zijn dieren die zich in het water uitermate op hun plek voelen. Samen met het insigneaanbod, waar veel diversiteit in is aangebracht, biedt het verhaal veel kansen voor waterscouts. En als leidinggevende heb je zelf een grote invloed op het thema.
Leeftijd
Scouting levert een belangrijke bijdrage aan de persoonlijke ontwikkeling van kinderen en jongeren. De leeftijdsgrenzen van de verschillende speltakken (leeftijdsgroepen) is op de verschillende fasen in de persoonlijke ontwikkeling gebaseerd.
Bevers zijn kinderen tussen de 5 en 7 jaar oud.
Welpen zijn kinderen tussen de 7 en 11 jaar oud.
Scouts zijn tieners tussen de 11 en 15 jaar oud.
Explorers zijn jongeren tussen de 15 en 18 jaar oud.
Roverscouts zijn jongeren tussen de 18 en 21 jaar oud.
Deze leeftijdsgrenzen zijn opgenomen in het huishoudelijk reglement van Scouting Nederland. De leeftijdsgrenzen voor het overvliegen gaan uit van een peildatum op 1 september van het betreffende jaar. De leeftijdsgrenzen lopen van schooljaar tot schooljaar en sluiten dus aan bij het Scoutingseizoen. Uiteraard is er - buiten de officieel vastgestelde leeftijdsgrenzen - ruimte om binnen de eigen groep tegemoet te komen aan individuele behoeften en wensen van jeugdleden.
Speltak | Leeftijd | Groep/klas | Aantal jaar in de speltak |
Bevers | Tussen 5 en 7 | Groep 2 en 3 | 2 |
Welpen | Tussen 7 en 11 | Groep 4 tot en met 7 | 4 |
Scouts | Tussen 11 en 15 | Groep 8 en klas 1 t/m 3 | 4 |
Explorers | Tussen 15 en 18 | Klas 4 t/m klas 6 | 3 |
Roverscouts | Tussen 18 en 21 | - | 3 |
Speltakgrootte
Elke speltak heeft een optimale grootte. Minder kinderen maakt het lastig om een goed programma te draaien en als er een paar kinderen een keertje niet zijn heeft dat grote gevolgen. Ook is een bosspel met 8 kinderen minder leuk dan met 30.
Met meer kinderen in een speltak wordt een speltak in veel gevallen te groot om écht goed te draaien. Kinderen vallen af, omdat ze zich niet meer thuis voelen in zo’n grote groep of niet de aandacht krijgen die ze wellicht nodig hebben. Ook voor de leidinggevenden in een kleine of een grote speltak is het - afhankelijk van de omvang van het leidingteam - vaak hard werken om het leuk te houden.
Onderstaande tabel geeft een advies voor de speltakgrootte per speltak. Dit is gebaseerd op de spelvisie en het spelaanbod. Uiteindelijk bepaal je als groep zelf waar het maximum ligt. Dit is uiteraard ook sterk afhankelijk van de beschikbaarheid van je (bege)leiding.
Speltak | Aantal jeugdleden | Aantal jeugdleden Optimaal | Aantal jeugdleden Maximaal |
Bevers | 6 | 16 | 20 |
Welpen | 6 | 24 | 30 |
Scouts | 6 | 28 | 35 |
Explorers | 6 | 16 | 20 |
Roverscouts | 6 | 16 | 20 |
Het splitsen van een speltak kan een oplossing zijn om het voor de jeugdleden en leiding weer leuk te maken! Een grote speltak beperkt daarnaast ook de mogelijkheden tot groei: vaak kunnen vrienden en vriendinnen (die vaak de ‘nieuwe aanwas’ vormen voor leden in je speltak) niet aansluiten terwijl ze toch graag bij Scouting willen. Door de speltak te splitsen, creëer je extra capaciteit en kun je meer kinderen van Scouting laten genieten.
Hoeveel leiding heb je nodig?
Hoeveel leidinggevenden zijn er nodig op basis van het aantal kinderen in de speltak? In onderstaande tabel staat de verhouding van leiding en jeugdleden per speltak. Je kunt meer lezen over dit onderwerp op deze pagina. Hier vind je ook downloads naar de teamprofielen per speltak.
Speltak | Verhouding leiding : jeugdleden
Minimum |
Bevers | Verhouding 1:5 Met een minimum van twee leiding per kolonie |
Welpen | Verhouding 1:6 Met een minimum van twee leiding per horde |
Scouts | Verhouding 1:7 Dat is dus ongeveer één leiding per ploeg, met een minimum van twee leiding per troep |
Explorers | Minimaal twee begeleiding per afdeling |
Roverscouts | Geadviseerd wordt om te kiezen voor één adviseur en één coach |
Gemengd of ongemengd draaien
De verhouding jongens/meisjes is bij Scouting in heel Nederland ongeveer 35-65% (2017). Als het ledenaantal van een Scoutinggroep terugloopt, voegen veel groepen ongemengde speltakken vaak samen in een gemengde speltak. Een prima oplossing, maar je loopt wel het risico dat het specifieke spel voor jongens en meiden verloren gaat in een uniseks programma. Hierdoor lopen jongens, maar met name meiden weg. Dit kun je wellicht voorkomen door bijvoorbeeld ook activiteiten los van elkaar te doen.
Om je op weg te helpen is er het 'Meer meiden in je groep' stappenplan. Dat kun je hier downloaden. Alle stappen, van het in kaart brengen van je eigen groep tot en met het actief monitoren van de verhouding in genderdiversiteit binnen je groep, worden hier uitgebreid in beschreven en toegelicht.Ook kan je ervoor zorgen dat je zelf een beter rolmodel wordt voor meiden. Hoe je dat doet, vind je in de Powerpoint Tips rolmodel.
Leidingmix
Niet alleen de samenstelling van de jeugdleden is belangrijk binnen een speltak, maar ook de leidingmix. Bij veel meiden speelt vriendschap een belangrijke rol. Met wie deel je je geheimen en hoe ga je om met kinderen die geen deel uitmaken van je vriend(inn)engroep? Vrouwelijke leiding is daarom belangrijk als rolmodel, maar kan ook de beleving van de meiden met vrouwelijke tact inschatten en bijsturen. Mannen kunnen dat meestal niet alleen. Uit de samenstelling van leidingteams blijkt dat gemengde teams meer meiden aan zich weten te binden dan teams die alleen uit mannelijke of vrouwelijke figuren bestaan.
De meest optimale situatie voor mannelijke en vrouwelijke figuren per speltak:
- Bevers: gemengde speltakken met hoofdzakelijk vrouwelijke leiding en enkele mannelijke.
- Welpen: gescheiden speltakken met gemengde leidingteams (met meer mannen dan vrouwen) voor jongens en voornamelijk vrouwelijke leiding voor meiden.
- Scouts: gescheiden speltakken met voornamelijk mannelijke leiding voor jongens en voornamelijk vrouwelijke leiding voor meiden.
- Explorers: gescheiden of gemengde speltakken met voldoende vriend(inn)en. Explorers maken weinig onderscheid tussen mannelijke en vrouwelijke begeleiding.
- Roverscouts: gescheiden speltakken of gemengde speltakken met voldoende vriend(inn)en.
De sterke voorkeur voor het geslacht van leiding en leeftijdsgenoten houdt op na de puberteit. Dan gaan de jongeren elkaar leuker vinden.